Plant:

Ananaskers

Latijnse naam:

Physalis pruinosa

Vorm plant:

Physalis betekent blaas, en dat staat voor de lampionvorm die de bessen omhult. Pruinosa betekent: als met een waas overtrokken, wat verwijst naar het prachtige transparante lampionnetje. (Zie je, die Latijnse namen zijn best logisch eigenlijk ;-) )

Smaak bessen:

Fris, zoetzuur, ergens tussen tomaat, aardbei en ananas en een licht bittertje, sommigen zeggen ook wel kiwi…

Lekker:

In een groene salade, fruitsalade, bij toetjes zoals ijs of als jam.

Grondsoort:

potgrond of de volle grond, niet te nat.

Zaaien:

Dit is een eenjarige plant, dus je moet hem zelf zaaien, inmaart in gewone potgrond. Het kiemen duur best lang: 2-3 weken. Zaai meerdere zaden in een pot, en verspeen ze, een paar weken nadat ze als ze gekiemd zijn, in afzonderlijke potjes. Zoek een warm en zonnig plekje voor ze ( bijvoorbeeld in de vensterbank) en zet ze na half mei in de volle grond.

Plek:

Lekker in de zon!

Knippen:

LET OP: de bloemen en de lampion-kelk zijn giftig, ze werken als een bescherming tegen insecten voor de bes-sen. Alleen de bessen zijn eetbaar. Maar die zijn dan wel heel lekker! De vruchtjes vallen makkelijk van de plant. Dat geeft niet, de lampionnetjes beschermen ze wel. Maar als ze te lang en te vochtig blijven liggen, kunnen ze barsten en dat is jammer…

Bloeiperiode:

Juni tot september

Een van de dingen, die je heel vaak in restaurants ziet als decoratie op een bord, is de ananaskers. Physalis pruinosa is de Latijnse naam. Maar dit kleine, sinaasappel-oranje besje met een lampionnetje eromheen, heeft nog veel meer namen: Kaapse kruisbes, Incabes of goudbes zijn de meest bekende. Behalve dat het supergezond is, is het ook een heel lekker besje!

De Physalis pruinosa is de kleine ananaskers en is het meest geschikt in de voedselborder. Hij wordt niet zo groot, is wat eerder rijp en bovendien komen er in verhouding veel meer vruchten aan dan aan de grote !

Net als de tomaat is de ananaskers lid van de nachtschade-familie.
En dat zie je in het vruchtje goed terug: er zitten kleine pitjes in, en net als bij een tomaat eet je het hele vruchtje op ( behalve de lampion-blaadjes dan hè). Maar het verschil in smaak is wel heel groot!
Want de ananaskers smaakt meer naar, de naam zegt het al, ananas: een beetje zoet en een beetje zuur…

Je kunt hem eenvoudig zaaien vanaf half maart, en dan na de beruchte ‘ijsheiligen’ ( half mei) naar buiten, de grond in. (Ook net als tomaten eigenlijk)

De vruchtjes kun je oogsten als de blaadjes strokleurig worden en de bessen geel/oranje verkleuren. Soms vallen ze vanzelf van de plant af. Dat is niet heel erg, want de lampion-blaadjes beschermen ze tegen schade en je kunt ze dus rustig nog oprapen en eten. Ze blijven sowieso verrassend lang goed:
Totdat ik ze proefde 😉 je kunt de bessen wel een paar weken goed houden, op een koele plaats, maar niet in de koelkast.

Let op: de Physalis alkekengi ken je misschien wel: dat is die met de oranje lampionnetjes die je vaak bij de bloemist ziet. Deze is NIET eetbaar. De eetbare soorten herken je aan de strokleurige lampionnetje met en oranje/gele bes erin.

Je kunt ze heerlijk zo snoepen, direct vanaf de plant. Zijn heerlijk in een zomerse fruitsalade en staan prachtig als garnering op een bord.

Maar…. je kunt er ook heerlijke bonbons van maken!

Ingrediënten

 100 g Physalis bessen
 50 g Witte chocolade
 50 g Pure chocolade (of neem pure hagelslag)
 100 ml Grand Marnier

Aanwijzingen

1

Vouw de lichtbruine blaadjes voorzichtig omhoog zodat de bes goed zichtbaar is en je de blaadjes als een soort handvat kunt gebruiken.

2

Giet de Grand Marnier in een ondiep schaaltje. Prik aan de onderkant van elke bes op 3-4 plekken een gaatje met een dikke naald en zet de bessen, met de blaadjes omhoog, in het schaaltje Grand Marnier.

3

Let op dat de blaadjes de drank niet raken, maar dat de bessen zo goed mogelijk onderstaan. In ieder geval tot en met de geprikte gaatjes.

4

Laat een half uurtje staan. De bessen nemen dan een beetje grand Marnier op.

5

Hak of rasp de pure chocolade heel fijn en leg dit op een bord.

6

Hak ondertussen de witte chocola in stukjes en doe ze in een glazen kom. Hang deze kom in een pan met een laagje komend water en smelt de witte chocolade au bain Marie.*

* Euh… Au bain marie, wat is dat eigenlijk?
Nou… dat is een methode die vaak gebruikt wordt om bv. Chocolade te smelten. Als
chocola te heet wordt, verandert de structuur en wordt de chocola niet meer hard als hij afkoelt. Je moet dus erg voorzichtig zijn als je chocola smelt.
Daarom wordt er vaak een bakje gebruikt, wat in een iets grote pannetje wordt ‘gehangen’, waar een laagje water inzit. Dit zorgt er voor, dat er dus een soort buffer zit tussen de hittebron en de chocolade, waardoor je de temperatuur beter regelen kunt.

7

Doop de bessen in de witte chocolade en dip ze daarna voorzichtig daarna in de pure chocolade rasp. Leg ze op een stuk bakpapier en laat dit in de koelkast rustig stollen.

Physalis bonbons met grand Marnier